Als één van de weinige landen in Europa bleef het deze coronazomer relatief rustig in Oostenrijk. Met een opgelucht gevoel reed ik daarom met toch wel hooggespannen verwachtingen naar wat voor veel landgenoten toch wel op 1 staat als het om het favoriete bergvakanties gaat. Op uitnodiging van 3 verschillende regio's had ik een route uitgestippeld en in overleg en een daarbij horend programma samengesteld. Toen ik op de Autobahn het bordje "Salzburg" voorbijreed wist ik dat spoedig de Duits- Oostenrijkse grens zou passeren en het avontuur kon beginnen. Sankt Johann in Pongau Ik zat behoorlijk onrustig in de auto toen ik Sankt Johann binnenreed; Ik liet me constant afleiden door het spectaculaire zonlicht dat over de bergflanken de vallei binnen scheerde en de felgroene graspercelen oplichtte. Dit soort uitzichten zijn erg imponerend, vooral voor een Nederlander die niet direct aan zulke 3-dimensionale landschappen gewend is (Wel aan graspercelen, overigens). Mijn (uitermate luxe) hotel was gevestigd in Alpendorf, een toeristisch dorp met een dalstation van een skilift en verschillende hotels. Het was vanmiddag niet heel lang zoeken naar een plek om de zonondergang te fotograferen. De weg door Alpendorf zigzagde net zo lang naar boven totdat ik een vrij uitzicht over de hele vallei kreeg. Het onrustige gevoel had plaatsgemaakt voor een tevreden en relaxte modus. Nog een uurtje voordat de zon achter de bergen zou verdwijnen en ik had mijn plekje al lekker gevonden. Het was een prima begin van de reis.
Hochgründeck
Het was alweer een tijde geleden sinds ik mijn wekker om 04:00 uur 's ochtends af had laten gaan. De dagen werden rond deze periode immers alweer iets korter. Toch meende ik hiervoor een gegronde reden te hebben; Ik wilde de zonsopkomst meemaken vanaf de top van de Hochgründeck. Deze beboste bergtop is een populaire wandelbestemming voor de gevorderde wandelaar en biedt een fenomenaal panoramisch uitzicht van 360°C op een groot aantal woeste bergtoppen zoals o.a. Hochkönig, Kitzbüheler Alpen, Dachstein en Hohe Tauern. Bovenop de berg staat een merkwaardige maar mooie houten kapel, genaamd de Friedenskapelle. Na een aardig aantal zweetdruppeltjes en kuitkrampen kwam de top eindelijk in zicht. Helaas bleek dat ik die ochtend een beetje pech had. De top van de berg was in een wolk gehuld en daardoor was het uitzicht beperkt tot de kapel. Geen uitzicht, wel een fijne ochtendgymnastiek sessie.
Liechtensteinklamm De Liechtensteinklamm is het paradepaardje van Sankt Johann in Pongau. Het begeeft zich zelfs in de categorie die wordt aangekondigd door een bruin bord langs de snelweg. Dit betekent natuurlijk spektakel! Toch ben ik altijd een beetje huiverig voor deze trekpleisters. Vaak valt het namelijk een beetje tegen. Misschien wel doordat je nooit de enige bent. Het me geen slecht plan om zo vroeg mogelijk te gaan om zo de grootste mensenmassa te mijden, ook niet geheel in de laatste plaats vanwege de geldende anderhalf meter afstand regel. Maar... Wat een natuurgeweld! Over een (grotendeels) houten vlonderpad dat is bevestigd aan de rotswand loop je een kilometer ver de kloof binnen. Onder je hoor je een kolkende watermassa dat haast onwerkelijk turqoise kleurt. Het was inderdaad nog goed te doen met drukte. Gelukkig maar, want de paden bieden weinig uitwijkmogelijkheden. Halverwege de kloof bevind zich een nieuwe eyecatcher van de kloof; De Helix. De Helix is een stalen wenteltrap van 30 meter hoog (of diep) waarvan je een spectaculair uitzicht over de kloof hebt. Op het einde van de wandelroute wordt je nat door het spraywater van de hoogste waterval van de kloof. Hier kun je er voor kiezen om net als de rest van de bezoeker een selfie te nemen, of om gewoon weer terug te wandelen en alles nog eens te bekijken. Ook geen straf.
Gamskarkogel Op slechts een half uurtje rijden van Sankt Johann rijd je het Gasteinertal binnen. Het Gasteinertal is het decor van mijn volgende fotografiemissies. Te beginnen in Bad Hofgastein. Hier wachtte een taxi op mij die mij via een privéweg naar de Rastötzenalm zou brengen. Vanuit deze almboerderij op 1740 meter zou de hike naar mijn volgende overnachtingsplek beginnen. Ik werd vergezeld door Harry, een vrolijke en zeer ervaren berggids die de Gamskarkogel op z'n duimpje kent. De Gamskarkogel (2467 m) staat bekend als de hoogste grasberg van de Alpen en op de top bevind zich tevens de oudste berghut van Oostenrijk, toepasselijk genaamd 'Gamskarkogelhütte'. De berghut is opgericht in 1828 (!) door Aartshertog Johann en werd al vroeg een populaire wandelbestemming, vaak in combinatie met een spa-bezoek in Bad Gastein . Tegenwoordig wordt de Gamskarkogelhütte gerund door 2 dames uit Bad Hofgastein. Toen we net aan de hike waren begonnen hoorden wij een schel gefluit. Harry vertelde mij dat dit de waarschuwingsroep van bergmarmotten was. "Als je geluk hebt zie je hier ook edelherten" zei Harry. Het eerste stuk bergop was pittig, maar toen ik eenmaal in een bepaald ritme kwam vond ik het steeds lekkerder gaan. "Niet te snel, niet omhoogkijken en tel je stappen steeds tot 3" luidde Harry's advies. Het werkte. De berghut was nu goed zichtbaar en de laatste passen omhoog waren een feit. Op het bescheiden terras van de hut zat een handjevol wandelaars al keuvelend te genieten van het warme zonnetje. De welverdiende glazen Weißbier waren gevuld. Het was een mooie middag, daar boven op de Gamskarkogel.
Uitzicht Vanaf de Gamskarkogel kijk je in iedere windrichting uit over indrukwekkende bergformaties. Dachstein, de Kitzbüheler Alpen, Hochkönig en Wilder Kaiser, vrijwel alle bekende toppen in Tirol en Salzburgerland zijn zichtbaar. Maar de meest in het oog-springende berg is toch wel de Grossglockner, Oostenrijks hoogste berg. Naarmate de zon zakte, werden de contouren van de bergkammen steeds beter zichtbaar. Tijd om de camera tevoorschijn te halen. Met een telezoom lens op mijn camera zocht ik naar een kader met de meeste "laagjes". Steeds ontdekte ik weer een nieuwe compositie. De zon was inmiddels al ondergegaan, maar reflecteerde haar licht nu op een wolkenpartij die intens roze kleurde. In de verte was duidelijk het geburl van edelherten te horen. Één van berghut -dames riep dat het eten klaar was. Een eenvoudige maar overheerlijke Sauerkraut en knödel stond die avond op het menu. Het was buiten pikkedonker. Met mijn camera op het statief besloot ik om nog een laatste foto te maken. Toen mijn ogen eenmaal aan de duisternis gewend waren zag ik pas goed hoeveel sterren er aan de hemel stonden. Magisch!
Graukogel en co
Ik had al een poosje niet meer in een skilift gezeten. Achter mij zag ik de statige hotelgebouwen van Bad Gastein steeds kleiner worden terwijl aan weerskanten de toppen van dennenbomen voorbij zoefden. Met de hoogtemeters van gisteren nog in de benen was het extra genieten. De Graukogel (2492 m) is een bekende skiberg in Oostenrijk. De piramide-vormige berg was zelfs de eerste berg waar begin vorige eeuw al ski wedstrijden werden georganiseerd! Dat de berg bij het Nederlandse wintersportpubliek niet zo bekend is heeft als reden dat het een extreem technische afdaling is voornamelijk voorzien van zwarte pistes.
Ik was te laat voor de klim naar de top van de Graukogel. (Die trouwens ook te voet behoorlijk technisch is) Dan bleven er nog twee opties over; De iets eenvoudigere top van de Hüttenkogel of een wandeling door het Zirbenwald. Ik koos voor de laatste.
Zirbenwald
Ze hebben er wat moois van gemaakt, daar aan het einde van de bergstation van de Graukogellift. Dit is het natuurlijke domein van de Zirbe oftewel Alpenden. Een boom die in een groot deel van de Alpen voorkomt en tot nét onder de boomgrens groeit. Een houten hekje is het begin van de "Erlebnisroute" tussen de grillig uitziende bomen die je doen vermoeden in een sprookjesbos te zijn beland. Achter vrijwel elke bocht valt iets te ontdekken. Een schommel, zonnestoel of trapje naar een uitkijkpunt. En dit vanzelfsprekend allemaal gemaakt van Zirbenhout. Een wandeling door het Zirbenwald is een ideale invulling voor op een warme zomerdag. Na afloop kun je voor een verfrissende versnapering terecht in de gezellige Graukogelhütte. Aanradertje!
Stubnerkogel
Aan de andere zijde van Bad Gastein (rechts van de waterval) kun je met de gondellift naar de Stubnerkogel (2228 m). Het betrof alleen de "Anreise" want wij (gids Harry en ik) zouden vandaag te voet verder gaan. Bovenop de Stubnerkogel vind je een mooie hangbrug, uitermate geschikt voor het betere selfiewerk. Al snel vervolgden wij onze weg over een steil rotsenpad richting Sportgastein. We liepen praktisch op de graat van de berg en het uitzicht was fenomenaal. Tussen de rotswanden zaten bergmarmotten rustig te genieten in het warme ochtendzonnetje. Als je diezelfde rotswanden goed afspeurde, viel er hier en daar een plukje Edelweiss te ontdekken. Zowaar de eerste keer
dat ik deze legendarische alpenbloem ooit zag!
Sportgastein
Het authentieke boerenleven van een echte Oostenrijkse Almboer kom je nog tegen in Sportgastein. Op dit bergplateau lopen koeien, paarden en geiten kris kras door elkaar en zoeken ze in alle rust naar de sappigste grassprietjes. Verspreid over Sportgastein vind je bescheiden almboerderijtjes, elk met hun eigen buitenterras. Het is goed toeven in Sportgastein. Gelukkig was het lunchtijd en hadden wij een geldig excuus om aan te schuiven bij de Pottinger Alm. De boerin/gastvrouw droeg een grote plank met huisgemaakte kazen en vleeswaren (van eigen varken) naar onze tafel en de jolige gastheer/ boer volgde haar met een dienblad vol met gevulde borrelglaasjes. Uiteraard dronk de gastheer een glaasje mee.
Großglockner Hochalpenstraße
Ik had hem natuurlijk al even mogen bekijken vanaf de Gamskarkogel maar dat smaakte naar meer. De Großglockner (3798 m) is Oostenrijks hoogste bergtop en daarmee een van de belangrijkste bezienswaardigheden die het land rijk is. De meest eenvoudige manier om de bergtop te aanschouwen is vanaf Großglockner Hochalpenstraße. De bergpas, voorzien van 36 haarspeldbochten die zijn verdeeld over 48 kilometer is al een uitje opzich. Langs de weg zijn heel veel parkeermogelijkheden die je de mogelijkheid geven om op verschillende plekken van het uitzicht te genieten. Ook vind je er diverse eet- en ontspanningsgelegenheden.
Ik reed rond met mijn camera met telelens voor het grijpen. Met name langs de weg bij de Franz Joszef Höhe (aan de Karinthië-kant van de route) zie je vrijwel zeker steenbokken en bergmarmotten. Deze marmotten zijn in tegenstelling tot hun soortgenoten in Gastein behoorlijk tam en hun voornaamste voedselbron bestaat tegenwoordig uit broodkorsten van toeristen. Ook bestaat er de kans dat je een enkele steenarend of gier voorbij ziet vliegen. Op de Hochalpenstraße kan het best druk zijn. Het is een belangrijke verbindingsweg tussen Salzburgerland en Karinthië, maar ook is het een populaire route voor met name motorrijders.
Heiligenblut Aan de voet van de Großglockner is Heiligenblut het eerste plaatsje dat je tegenkomt. De spitse kerktoren van de St Vincent kerk met het Großglockner massief op de achtergrond is een ansichtkaartwaardig aanblik. De overtrekkende bewolking liet hier en daar wat zonlicht door die de vallei op willekeurige plekken oplichtte. Toen het zonlicht precies op de kerk viel was het plaatje compleet. Deze behoorde zeker tot de schilderijtjes waar naar ik op zoek was.
Glocknerblick
Ik had nog een laatste zonsondergang tegoed voor mijn terugreis naar Nederland. Na wat research had ik een mooie plek ontdekt genaamd de "Glocknerblick". Het is gek genoeg soms best lastig om in de bergen een goede plek voor zonsondergang te vinden. Het doel is om hoog te zitten zodat de lucht niet wordt geblokkeerd door een berg. Daarnaast heb je rekening te houden met de bereikbaarheid van de betreffende plek. Er zijn zat mooie plekken te voet te bereiken, maar dan moet je natuurlijk op tijd vertrekken. Ik had voor vanavond een tot de verbeelding sprekende locatie gevonden die ook nog eens met de auto bereikbaar zou zijn.
De steile eenbaansweg veranderde echter al snel van asfalt in zand met stenen. En ik moest nog 5 kilometer omhoog! Mijn handen werden aardig klam toen ik een grote tractor met oplegger tegemoet zag komen. Geen uitwijkmogelijkheden, dan maar rustig in z'n achteruit. Na een tijdje kon de tractor (waarschijnlijk bosbouw) passeren en vervolgde ik mijn weg in de tweede versnelling naar boven. Ik was blij toen ik in de verte het dak van een Berggasthof zag. Dit betekende dat ik op de plaats van bestemming was gearriveerd. Op een alm graasden wat koeien en herkende ik meteen de kapel die ik eerder op internet had gezien. In de verte keek ik tegen de toppen van de Hohe Tauern aan, natuurlijk met als middelpunt de Großglockner. Dit was de juiste keuze. Toen de wolken goud kleurden was het plaatje compleet. Een perfecte afsluiter van een alpensprookje!
Kommentare